Kookaburra's in de achtertuin
- Edwin
- 9 nov
- 2 minuten om te lezen

Australië – het land van roodbruine aarde, wuivende eucalyptus en het aanstekelijke gelach van de kookaburra. Nog maar een week zijn we hier, maar het voelt alsof we al helemaal zijn opgenomen in het ritme van dit bijzondere land. Voor vertrek dachten we nog: Hoe geweldig zou het zijn als we een kookaburra zouden zien? Inmiddels kunnen we ze niet meer op twee handen tellen!
De afgelopen dagen zijn we vaste gasten geworden in hun tuin. Iedere ochtend, nog voor de zon op komt, zitten ze al voor
de veranda. Met hun forse snavels en nieuwsgierige ogen turen ze naar de grond, op zoek naar een sappig wormpje of een nietsvermoedende kikker. Soms vliegen ze rakelings langs om een prooi te grijpen, waarna ze met een trots geluid hun vangst aankondigen. Het is een vrolijk tafereel – een beetje wild, een beetje komisch, maar altijd fascinerend.
Wat deze vogels zo bijzonder maakt, is niet alleen hun uiterlijk maar vooral hun stem. De lach van de kookaburra is beroemd in heel Australië: een rollend, echoënd geluid dat klinkt als een groep mensen die in de verte uitbundig lacht. In werkelijkheid is het hun manier om hun territorium af te bakenen – maar voor ons klinkt het als pure vrolijkheid.
De kookaburra behoort tot de ijsvogelachtigen, al leeft hij niet van vissen maar van kleine dieren zoals insecten, hagedissen en zelfs jonge slangetjes. Ze zijn familie van de kingfisher, maar hebben zich perfect aangepast aan het leven op het droge land.
Elke dag dat we ze zien, blijft het bijzonder. Hun lach weerkaatst tussen de bomen, als een vrolijke groet van de Australische bush. En terwijl we op de veranda zitten met een kop koffie in de hand, weten we één ding zeker: zonder kookaburra’s zou Australië net een stukje stiller zijn.


Opmerkingen